Interview met Daniel Blanchard
Uit: La Décroissance, Nr 160, juni 2019.
Daniel Blanchard is een schrijver, vertaler en dichter, en is een voormalig
lid van de groepering ‘Socialisme ou Barbarie’ en van de 22-
maartbeweging. In 1968 ontmoette hij in Parijs Murray Bookchin (1921-
2006), Amerikaans pionier van de sociale ecologie, en zou hij diens
loopbaan blijven volgen. Enkele jaren geleden schreef hij het voorwoord bij een 8-tal
teksten van Bookchin, die onder de titel ‘Pouvoir de détruire, pouvoir de
créer’ bij L’Echappée uitgegeven werden.
La Décroissance: Vele grote denkers van de degrowth hebben de noodzaak
beklemtoond van decentralisering, van lokale autonomie en van politieke
eenheden op menselijke schaal, wil men zich bevrijden van de greep van de
grote technocratische organisaties. Kan men over degrowth spreken zonder
een kritiek op de massamaatschappij te leveren, zonder de decentralisatie
van de macht en de versnippering van de grote bedrijven te beogen?
Daniel Blanchard: Volgens Murray Bookchin – en op dit punt ben ik het
volkomen met hem eens – is het ecologisch probleem een maatschappelijk
probleem. Het is niet een beleidsprobleem. Wat op het spel staat is de
maatschappij waarin we leven, een maatschappij die zich momenteel over
heel de planeet uitspreidt: onder verschillende politieke regimes heeft de
overheersing van het kapitaal zich over de hele wereld uitgebreid. En dit
systeem houdt zich enkel in stand door de ongebreidelde groei van de
warenproductie en door de vernietiging van de natuurlijke rijkdommen.
Wil men breken met deze fataliteit van de groei dan moet men breken met
dit overheersingssysteem en haar politieke uitdrukking, die in onze landen
de vorm aanneemt van de zogenaamde representatieve democratie, om een
systeem van directe democratie in te stellen: d.w.z. dat de beslissingsmacht
overgedragen wordt aan de eenvoudige burgers, in het natuurlijke en
maatschappelijke milieu waarin ze leven, zodat de genomen beslissingen
adequaat zijn. Het is in deze context dat de decentralisering een ecologisch
positieve betekenis krijgt. Het ‘libertair municipalisme’ van Bookchin wordt geïnspireerd door de overblijfselen van de directe democratie uit de beginperiode van de
Verenigde Staten, die in de jaren 1960-1970 nog voortleefden, meer bepaald
in Vermont, waar Bookchin woonde. Er vonden nog algemene assemblees
plaats over de commons: regelmatig kwamen lokale bewoners samen op het
centrale grasperk van het dorp of van de kleine steden om met elkaar te
discussiëren over de gemeenschappelijke problemen – momenteel is daar
niet veel meer van overgebleven. Maar Bookchin werd nog méér
geïnspireerd door het anarchistisch ideaal van lokale gemeenschappen in
zelfbeheer en in een federatie met elkaar verbonden.
Het dramatisch karakter van de huidige ecologische crisis vereist een
verantwoordelijkheidsgevoel van de bevolking. En het zijn niet de
misprijzende verwijten van gewetensvolle ecologisten aan het vulgum pecus
die haar responsabiliseren. Deze responsabilisering van het geheel van de
bevolking impliceert dat ze over een ware beslissingsbevoegdheid beschikt,
die ze rechtstreeks en met kennis van zaken kan uitoefenen, d.w.z. in een
doirecte relatie met haar omgeving. De ecologische crisis is niet louter een
massale crisis op planetaire schaal, ze vindt haar uitdrukking in een veelheid
van problemen die van lokale aard zijn, die specifiek zijn voor bepaalde
omstandigheden, en die in feite enkel kunnen aangepakt worden door de
mensen die ermee in contact komen.
Welnu, de libertair geïnspireerde ecologische stroming, die pleit voor lokale
autonomie, verzet zich tegen de technocratische visie die het idee verdedigt
dat men de ecologische problemen enkel kan oplossen door een soort
wereldregering, gebaseerd op de rede en de wetenschap, om een dictatoriale
macht te rechtvaardigen. Dat zou niet enkel een bepaalde vorm van
neototalitarisme impliceren maar lijkt me ook contraproductief te zijn,
omdat dit de gewone mensen volkomen van hun verantwoordelijkheid
ontslaat, terwijl men nu juist de oplossing van de problemen mag
verwachten van hun responsabilisering. Ik ontken niet dat grote beslissingen
enkel op grote schaal kunnen genomen worden, bijvoorbeeld om bepaalde
giftige en schadelijke stoffen te verbieden, om een einde te maken aan de
exploitatie van fossiele grondstoffen of aan kernergie, enz. Maar het idee van een regering van wijzen die aan het geheel van de bevolking een
ecologische levenswijze zou opleggen is een illusie die typisch is voor het
milieu waaruit de politieke leiders gerecruteerd worden.
Bookchin wortelt daarentegen in de anarchistische traditie van de federatie
van lokale politieke gemeenschappen in zelfbeheer. In zijn project van
libertair municipalisme roept hij op om door middel van democratische
middelen op lokaal niveau de macht te grijpen – het idee van een
gewelddadige revolutie heeft hij volkomen achter zich gelaten –, om op
gemeentelijke schaal een economie in zelfbeheer te ontwikkelen, gebaseeerd
op de lokale hulpbronnen, en met het oog op een evenwicht tussen de
menselijke gemeenschap en haar milieu. En beetje bij beetje, door zich stap
voor stap uit te breiden, zou deze machtsovername aan de basis de greep
van de staat en van het grootkapitaal van elke inhoud ontdoen.
Ik meen dat het utopisch is zich voor te stellen dat de staat en het
grootkapitaal zich op zo’n manier, via een veralgemeend zelfbeheer en de
federatie van lokale groepen, van hun substantie laten beroven.
Daarenboven impliceert dit dat de ‘ecologische transitie’ zich kan
voltrekken in een context waarin de ecologische crisis niet verscherpt is, en
geen migratiestromen, oorlogen en allerhande tragedies voortgebracht heeft.
Welnu, dat is nu net het perspectief dat de huidige conjunctuur ons
voorschotelt…
Wat betreft de degrowth die jullie bepleiten zou het hopeloos zijn haar op te
leggen aan een economie die de gevangene is van het productivisme. Maar
ik ben me er goed van bewust dat de overgang naar een ecologische
samenleving noodzakelijkerwijs de degrowth van de meeste huidige
producties vereist – maar misschien ook de groei van bepaalde weinig
‘rendabele’ producties… In het huidige stadium staat het relatief
embryonaire niveau van de ecologische strijd ons niet toe te voorspellen
welke vorm een ecologische samenleving – misschien… – zal aannemen.
Maar ik meen dat het idee van een samenleving die gebaseerd is op directe
democratie, die gedecentraliseerd is en dus berust op de responsabilisering
van iedereen, zoals Bookchin dat geschetst heeft, voor ons een leidraad kan
zijn.
Vertaling: Johny Lenaerts.
- Meer lezen? Murray Bookchin, ‘Paden naar een groene toekomst’, Utrecht:
Kelderuitgeverij, 2020.