Socialisme en anarchisme in België

door Rafa Grinfeld

Wie anarchisme en socialisme in België wil begrijpen, kijkt best naar de geschiedenis ervan. Veel van wat er vandaag gebeurt in progressieve kringen is al eerder gedaan of gedacht. De beste manier om te kaderen wat er vandaag is? Terugkijken op de evoluties die geleid hebben tot wat er nu is. In 2016 schreef ik, Rafa Grinfeld, een tekst in een éénmalige hernieuwde uitgave van het tijdschrift De Nar. De voorbije jaren is er niet zo heel veel veranderd. Bekende auteurs / sociale denkers als Ludo Abicht en Walter Lotens maakten hun sympathieën voor anarchisme nog manifester. In steden als Antwerpen, Gent en Brugge ontstonden nieuwe anarchistische collectieven, vooral gedragen door jongeren. In de ecologische beweging zien we meer libertaire ideeën opduiken dan voorheen. Tegelijkertijd zien we ook die beweging verjongen. De sociale ecologie van filosofen als Murray Bookchin kreeg ook meer impact over de taalgrens, en zeker in Luik.

Foto van het Anarchistisch Collectief Antwerpen, één van de nieuwe libertaire collectieven in België.

De beginperiode

Socialisme stak voor het eerst zijn hoofd op in België in de 19de eeuw. Het was in de eerste plaats een reactie op grote armoede en onrechtvaardige werkomstandigheden, van vele uren zwaar werk voor weinig loon tot kinderarbeid. In een inleidend werkje uit 2010 dat de naam ‘Socialisme’ draagt schrijft Jef Coeck: “De term ‘socialisme is gemunt door de Fransman Charles Fourier. Hij bedacht ook het begrip ‘feminisme’: er was volgens Fourier geen maatschappelijke vooruitgang mogelijk, zonder meer vrijheid voor vrouwen – hoewel het begrip ‘gelijke rechten’ hem niet zinde. (…) Solidariteit en rechtvaardigheid zijn maar twee van de socialistische boegprincipes. Andere zijn: gelijke kansen, collectief beheer van onmisbare goederen, herverdeling en sociale zekerheid.” Het waren in die beginperiode zeker niet altijd Belgen die hier tot de bekendsten der socialisten behoorden. Dat wijst niet alleen op het feit dat socialisme en zijn anarchistische variant bij uitstek internationale stromingen waren. Het komt ook door het meertalige karakter van de Belgische regio. In Wallonië en Brussel keek men vaak en graag naar wat er in Frankrijk gebeurde.

De anarchistische filosoof Pierre-Joseph Proudhon (1809-1865) schoof in Frankrijk als alternatief voor de natiestaat een federatie van communes naar voor. Proudhon inspireerde ook veel antiautoritaire socialisten die in de negentiende eeuw actief waren in België of in de Commune van Parijs (1871), een grootschalig experiment voor meer democratie. De maatregelen die de Commune uitvaardigde hebben volgens Coeck (2010) later bij menige revolutie model gestaan… “Zo onder meer het verplicht en gratis lekenonderwijs en de rechtstreekse verkiezing van alle verantwoordelijken in administratie, gerecht, onderwijs en Nationale Garde. Deze laatste, waarvan iedere burger automatisch deel uitmaakte, verving het afgeschafte leger. Ambtenaren kregen een gewoon arbeidersloon en waren permanent afzetbaar. Boetes en afhoudingen op het loon waren verboden. Verlaten fabrieken werden overgedragen aan arbeiderscoöperaties. Tal van andere grote en kleine maatregelen werden genomen, waaronder de radicale scheiding van Kerk en Staat.” Jammer genoeg werd de Commune bloedig neergeslaan: er vielen meer dan 20.000 doden. De Parijse Commune had iets meer dan 2 maanden standgehouden. In Wallonië en Brussel keek men wat later graag naar de opkomst van de vakbeweging in Frankrijk.

In Vlaanderen keek men vaak naar wat er in Wallonië gebeurde, maar ook naar het socialisme in Nederland. De libertaire en Franse broers Reclus speelden een belangrijke rol in de Franstalige Anarchistische kringen door hier in België te komen wonen. De bekendste van de twee was geograaf Elisée Reclus, die behalve propagandistisch ook veel wetenschappelijk bezig was. De Nederlandse broers Bus droegen veel bij tot het ontstaan van een grote sociaal-anarchistische kern in Mechelen, die stad ontpopte zich eind 19de eeuw ook verrassend tot het centrum van het vrije (of antiautoritaire) socialisme in Vlaanderen. Filosoof en politieke econoom Karl Marx woonde zelfs nog even in Brussel. Veel van wat er constructief opgebouwd werd door de antiautoritaire socialisten ging echter teloor als het gevolg van zinloos geweld: van het soms afglijden van anarchisme tot bomaanslagen, tot de nog veel grotere ellende van de Eerste Wereldoorlog.

Kijken naar Nederland

In vergelijking met de Nederlandse is de Belgische Anarchistische beweging nooit groot geweest, behalve in haar beginperiode. Terwijl in Vlaanderen de antiautoritaire beweging al snel in de schaduw kwam te staan van de meer tot politieke compromissen bereid zijnde Sociaaldemocraten, was dat in Nederland niet het geval. Een zeer vroegtijdig socialistisch parlementslid als Ferdinand Domela Nieuwenhuis koos later voor de buitenparlementaire strijd, en met hem vele anderen die er het nut niet van inzagen om ook parlementaire vertegenwoordigers te hebben. Dit hoeft ons niet te verwonderen. Parlementen stonden toen nog verder af van het gewone volk dan nu. De kloof tussen arbeidersbeweging en parlementairen was vaak groot. Later hebben de Belgische sociaaldemocraten wel een aantal dingen kunnen afdwingen (bv. meer stakingsrechten). Daarvoor werden de Sociaaldemocraten ook onder druk gezet door linkse, radicale krachten die zich op het anarchisme beriepen, en voor wie al het tot compromissen bereid zijnde gedrag van de Sociaaldemocraten niet ver genoeg ging. Maar de Sociaaldemocraten bouwden ook coöperaties op, economische eenheden die armoede in Gent en elders wegwerkten. Daarmee wonnen ze ook nogal wat sympathie.

Sinds het einde van de 19de eeuw wordt er door, in de Vlaamse regio actieve, antiautoritaire krachten vaak gekeken naar wat er in Nederland gebeurt. Nederland leed ook heel wat minder onder het geweld van de Eerste Wereldoorlog. Terwijl België tijdens “de Groote Oorlog” bezet werd, 4 jaar lang frontgebied was en er grote verliezen werden geleden op het militaire slagveld achter de Ijzer, bleef het neutrale Nederland gespaard van grote oorlogsellende. In een nawoord bij het boek ‘Het anarchisme’ van Henri Arvon (uit het Frans vertaald naar het Nederlands, en in 2000 uitgegeven in de reeks Facta) schrijft Bert Altena: “De Eerste Wereldoorlog had veel anarchisten gedesillusioneerd achtergelaten, anderen hadden hun anarchisme opzijgeschoven door de kant van een van beide strijdende partijen te kiezen. Na 1917 verwarde bovendien de Russische Revolutie, als begin van een positieve verwezenlijking van socialisme heel wat anders dan het steeds maar weer negatief kritiserende anarchisme, de geesten.” Het is echter zo dat de Russische Revolutie uiteindelijk niet bracht wat door vele revolutionairen gedacht werd dat ze zou brengen, en ze mondde uit in een contrarevolutie waarin de vrijheid van meningsuiting afgeschaft werd en alle antiautoritaire krachten helemaal het onderspit moesten delven in de Sovjet-Unie.

De 20ste eeuw

In de linkse kringen van de lage landen deden de antimilitaristen tijdens de eerste helft van de vorige eeuw steeds meer van zich spreken. De in Friesland actieve Domela Nieuwenhuis en de in Brussel actieve anarchopacifist Hem Day werden als antimilitaristen bekende vroege voorlopers van het huidige Vredesactie, een groep die heel wat antimilitaristen uit Brussel en Vlaanderen doet samenwerken vandaag. Er braken met de Eerste Wereldoorlog beroerde tijden aan voor het socialisme in België: de Sociaaldemocraten stapten eerst deels mee in de oorlogslogica en gingen daarna tijdens het interbellum helemaal voor het parlementarisme en regeringswerk. De socialistische beweging werd steeds meer een flauw afkooksel van zichzelf: van het doodlopende reformisme van de Sociaaldemocratie tot de stalinistische of trotskistische invloeden binnen Communistische partijen. Hervorming werd het nieuwe ordewoord in socialistische kringen, revolutie werd steeds meer een uitgeholde term ‘doordat het haar eigen kinderen op at’. Met de economische crisis van de jaren dertig en daarna ook nog eens een nieuwe Wereldoorlog, was het hek helemaal van de dam: het socialisme delfde voorlopig helemaal het onderspit in België, en zeker de libertaire variant ervan. ‘Het socialisme zal vrij zijn of niet zijn’? In België was er in elk geval veel van aan al. Pas met de vernieuwende tijdsgeest, de alternatieve jeugdcultuur en de suksessen van een strijdbaar syndicalisme in de jaren zestig, stak het libertaire of vrije socialisme gretig opnieuw de kop op.

De jaren zestig en zeventig brachten vernieuwing in linkse kringen: van revolutionaire ecologie tot veel feministische actie. Ideeën van groepen als Provo en Kabouter waaiden over uit Nederland, en brachten niet alleen een verjonging van het Anarchisme op gang maar ook een nieuw anarchistisch electoralisme. In Ansterdam deden Provo en Kabouter met sukses mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Om machtsmisbruik te vermijden zeiden de Provos slechts tijdelijk een gemeenteraadszetel te willen geven aan een verkozene. In de jaren zestig had Provo slechts één gemeenteraadszetel in Amsterdam, maar door het rotatieprincipe van Provo Amsterdam had het op vier jaar tijd vier verschillende mensen die als gemeenteraadslid zetelden. Dit soort anti-partij electoralisme bleef in libertaire kringen echter volop omstreden, zelfs het deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen werd door vele Anarchisten gezien als een doodlopende strategie. Macht bleef voor sommigen een vies woord.

Dolle Mina’s trokken de straat op om vrouwenemancipatie op de politieke agenda te zetten. Activisme was vaak ludiek of radicaal. De linkerzijde ontdekte eerder het belang van de jeugdcultuur dan dat het bedrijfsleven dat deed, en dus was jeugdcultuur in de jaren zestig en zeventig vooral alternatief en had daarbij ook wat linkse trekjes. Schrijver en dichter Herman J. Claeys deed mee het anarchistische Provo opleven in Brussel, in Antwerpen was er de jeugdige Provo Koen Calliauw, die veel later ook actief werd bij Occupy Antwerp. Claeys schreef zich in in een lange traditie van bekende Belgische romanschrijvers of dichters die graag (al dan niet tijdelijk) de linkerzijde een wat meer libertaire toer deden opgaan: August Vermeylen, Emile Verhaeren, Georges Eekhoud, Paul Van Ostaijen, Gaston Burssens, Louis Paul Boon, Elisabeth Marain, Elvis Peeters, Jeroen Olyslaegers, enzovoort. Het buitenparlementaire karakter van het Anarchisme wekte de sympathie van heel wat Belgische kunstenaars, en niet in het minst schrijvers.

Bekende filosofen als Leo Apostel, Jaap Kruithof en Ludo Abicht probeerden hun marxisme te combineren met een aantal anarchistische ideëen. Vooral Apostel was daar veel mee bezig. Muzikanten bouwden verder op de anarchistische do it yourself mentaliteit van de punkbeweging, eerder al scoorde de bij de Antwerpse Provobeweging aanleunende Ferre Grignard een wereldhit met ‘Ring Ring I’ve got to sing’ in de jaren zestig. In Gent trok Vuile Mong met zijn volksopvoedend theater in de jaren zeventig mee de anarchistische beweging terug op gang. Samen met zijn Vieze Gasten werd hij zeer bekend met het lied ‘Het apekot’. Gent werd voor vele progressieve activisten steeds aantrekkelijker om naartoe te verhuizen, er ontstond zo in Oost-Vlaanderen een grote libertaire groep van mensen die ook steeds meer krakers omvatte. Huisjesmelkerij en leegstand werden in antiautoritaire kringen volop aangeklaagd.

Nieuwe media en activisme

Linkse tijdschriften als Perspectief, De Nar, VerZ, Alternative Libertaire, Vlaams Marxistisch Tijdschrift en Solidair moesten doen vergeten dat de krant De Morgen helemaal verwaterd was tot een mainstream commercieel produkt. Alternatieve websites brachten de wereld binnen. Indymedia sites benadrukten het belang van hun onafhankelijke berichtgeving en hun niet-geprofessionaliseerde aanpak. Toen Facebook en Twitter hun intrede deden was er aanvankelijk veel aarzeling om er gebruik van te maken. Veel media werden gewantrouwd. Onder de invloed van onder andere Noam Chomsky kwam er in linkse kringen steeds meer ruimte voor mediakritiek, in een tijdperk waar we door het ontstaan van internet konden spreken van een ware media explosie. Nieuwe linkse strekkingen staken de kop op. Municipalisme legde bijvoorbeeld de nadruk op het belang van gemeentelijke veranderingen, en het opbouwen van gemeentelijke grassroots bewegingen. In een gematigde vorm werd het zeer populair in Barcelona, waar er momenteel een linkse burgemeester aan de slag is. De PVDA/PTB nam steeds meer afstand van “het maoïsme”, om te gaan voor grotere electorale suksessen. Er kwamen ook steeds meer -ismen bij in progressieve kringen, zoveel -ismen dat men het overzicht gemakkelijk verloor.

Radicale fietsacties moesten in Antwerpen en andere steden de groeiende populariteit van Koning Auto ondermijnen. Onder de noemer ‘Reclaim the streets’ werd de straat weleens bezet voor een feestelijke actie met dansbare muziek die uit de luidsprekers schalde, met Occupy werden later ook meer pleinen bezet dan tevoren. Nieuwe deelstrijden eisten een groter stuk van de actiekoek op: van dierenbevrijding en dierenrechten tot strijd tegen kernwapens en kernenergie, van acties rond mobiliteit tot strijd tegen racisme, seksisme en andere vormen van discriminatie. De jaren tachtig stonden deels in het teken van grote betogingen tegen het plaatsen van kernraketten. In de jaren negentig werd onder de invloed van Vlaams Blok suksessen het antiracisme belangrijk. Uit protesten tegen de bijeenkomsten van wereldleiders tijdens G8 bijeenkomsten en EU-toppen groeide het andersglobalisme, dat zich afzette tegen de steeds meer impact hebbende economische globalisering. Radicale activisten keerden zich tegen de groeiende impact van Genetisch Gemanipuleerde Organismen en het opsluiten van mensen zonder papieren in gesloten centra. Luik en vooral Gent kenden strijdbare 1 mei vieringen. Acties van civiele ongehoorzaamheid werden steeds meer verricht om de aandacht te vestigen op onrechtvaardigheden en de problemen die de klimaatopwarming met zich meebrengt. Een nieuw repressiemiddel werd tegen activisten ingezet: de GASboete. Dit doet geen goed aan de invloed van het Anarchisme, dat zich in vergelijking met het socialisme altijd onderscheidde door het grote belang te beklemtonen van directe actie.

Advertentie
%d bloggers liken dit: